Connekt verbindt overheden, bedrijven en kennisinstellingen. Twee premium-leden aan het woord over hun Connekt-lidmaatschap en het samenwerken aan duurzame mobiliteit.

Danny Vroemen van Vialis en Herman Bosker van Capgemini, delen hun ervaringen over het belang van publiek-private samenwerking en de gezamenlijke inzet voor mobiliteit van de toekomst. Samen werken ze aan oplossingen die de mobiliteit in Nederland verduurzamen en bereikbaarheid verbeteren.

Als je aan Danny Vroemen vraagt Connekt in drie woorden te omschrijven, zegt hij: open, huiskamer, verbindend. “De verbindende kant vind ik heel erg van belang bij Connekt. Vaak treffen we elkaar bij de koffiebar, onder aan de trap bij Connekt. Daar vindt het echte gesprek plaats. Dat geeft een beetje een huiskamergevoel.” Vroemen is Head of Product Strategy & Sales bij Vialis en lid van de Raad van Advies van Connekt. Hij werkt sinds twee jaar bij Vialis, maar is al langer bij Connekt betrokken. Al ongeveer 22 jaar, vertelt hij. “Mijn eerste carrièrestappen waren bij Vermeer Infra, het huidige Dura Vermeer, een bedrijf dat betrokken was bij de initiële oprichting van Connekt.”

Ook Capgemini behoort tot de mede-oprichters van Connekt. Herman Bosker, Vice President en eigenaar van de value chain Mobiliteit en net als Vroemen lid van de Raad van Advies, is zelf sinds zo’n vijf jaar betrokken bij Connekt, waarvan de afgelopen twee jaar een stuk actiever. Hij noemt Connekt in drie woorden: publiek-privaat, netwerk, samenwerking.

Met een voorbeeld uit een verleden schetst Vroemen het belang van die publiek-private samenwerking. “Eén van de eerste projecten die ik deed bij Connekt was de introductie van cell broadcasting in Nederland. Dit was een gezamenlijk project van Connekt, het ministerie van Verkeer en Waterstaat, Binnenlandse Zaken, CMG en KPN, waarbij we keken hoe je cell broadcasting als overheidsdienst kunt ontwikkelen.” Dit was interessant in het kader van rekeningrijden, waar men toen mee bezig was. Maar de pilot werd gedaan onder de noemer van burgeralarmering, om politieke discussies te vermijden. “Volgens mij wordt diezelfde technologie nog steeds gebruikt voor de maandelijkse alarmering op je telefoon.” Doordat hier sprake was van publiek-private samenwerking, mogelijk gemaakt door Connekt, wisten de private partijen wat zij konden doen met de technologie en waar de markt naartoe ging. Tegelijkertijd was het voor de publieke partijen duidelijk wat ze nog moesten organiseren om het ook daadwerkelijk voor elkaar te krijgen. Volgens Vroemen is dat precies de dialoog die nu nog steeds gevoerd wordt binnen Connekt.

Uitvoeringsagenda mobiliteit en bereikbaarheid

Voor de komende periode is de Uitvoeringsagenda mobiliteit en bereikbaarheid het belangrijkste onderwerp waar beide partijen binnen Connekt mee aan de slag gaan. Bosker vertelt dat Kees van der Burg, directeur-generaal mobiliteit bij I&W, tijdens een informatiesessie vertelde over de Mobiliteitsvisie van het ministerie. Deze visie gaat over het voor iedereen bereikbaar houden van Nederland richting 2050. Waarbij mobiliteit wordt verduurzaamd, iets aan congestie wordt gedaan én de verdichting van steden wordt ondersteund. Het ministerie vindt dat voor het oplossen van de bereikbaarheidsopgave te veel aan de mobiliteitsknop werd gedraaid. Er moet niet alleen gekeken worden naar het mobiliteitsaanbod, maar ook naar het sturen van de mobiliteitsvraag. Met de uitspraak: “We weten wel hoe maar weten niet hóe. Help ons met het concretiseren van onze visie!”.

Een van de inzichten is dat er voor mobiliteit beleid gemaakt wordt, maar dat er geen uitvoeringsorganisatie is voor mobiliteit. Met andere woorden: er zit een gat tussen beleid en wat in de praktijk wordt gedaan. Vroemen: “Je ziet dat de kloof tussen beleid en uitvoering de afgelopen tien jaar alleen maar groter is geworden. We moeten die publiek-private dialoog met elkaar krijgen, om verder te komen met ons land.”

Bosker: “We hebben de handschoen opgepakt door als Connekt-netwerk een reactie op te stellen op de Mobiliteitsvisie. Belangrijk is dat we niet vanuit een traditionele klant-leverancier verhouding aan de slag zijn gegaan, maar als gelijke aan tafel zitten en gezamenlijk een proces organiseren.” Op deze manier kunnen een aantal onderdelen vanuit de Mobiliteitsvisie ook echt worden gerealiseerd.

Binnen het netwerk van Connekt ontstond het idee om analoog aan de Topsector Logistiek een soort Topsector mobiliteit te ambiëren. Vanuit dat idee is het initiatief voor de Uitvoeringsagenda mobiliteit en bereikbaarheid ontstaan. Met unaniem draagvlak voor deze aanpak, is de volgende stap om met de betrokken partijen een gezamenlijk beeld te bepalen op het samenwerkingsmodel enerzijds en de inhoud anderzijds. Waar hebben we het precies over? Het is belangrijk om daar eerst stil bij te staan. “Van daaruit kunnen we kijken welke stappen nodig zijn om tot een gedragen uitvoeringsagenda te komen”, aldus Vroemen.

Effectiviteit vergroten

Bosker: “Ik ken Connekt als een organisatie die de inhoud van een vraagstuk combineert met het faciliteren en een netwerk. Volgens mij zit er ook veel inhoud bij partijen in de markt.” Bosker vindt dat Connekt meer een ecosysteem mag faciliteren of bij elkaar brengen waar nodig. En dan leden uit het netwerk actief laten samenwerken aan resultaat. “Dat kan Connekt heel goed en dat vergroot de effectiviteit van het geheel.”

Hij adviseert het grote onderwerp mobiliteit op te breken in kleinere stukjes en dan rond die thema’s op zoek te gaan naar samenwerking die echt effectief kan zijn. Bij de thema’s partijen zoeken met een gemeenschappelijk belang, voordat je met de inhoud aan de slag gaat. “Ik denk dat het enorm gaat helpen om niet alles op één hoop te gooien.”

Bosker en Vroemen adviseren Connekt zo door te gaan en daarbij aandacht te blijven houden voor de publiek-private samenwerking en de maatschappelijke thema’s die relevant zijn.


Wil je meer weten over het 25-jarige jublieum van Connekt?

Bezoek dan onze speciale themapagina 25 jaar Connekt!