Op dinsdag 29 maart spraken leden van de Smart Mobility Embassy over “The societal impact of smart mobility in Dutch cities”. Ze gaven tijdens deze presentatie in het theater antwoord op de centrale vraag: “Do smart mobility solutions contribute to a smart society?”. Tijdens de sessie werd de link gelegd tussen maatschappelijk belangen en commerciële toepassingen.
In plaats van te focussen op technologische mogelijkheden, werd in deze sessie getoond hoe de maatschappelijke belangen het uitgangspunt kunnen zijn bij het ontwerpen van Smart Mobility-diensten. Tijdens de sessie werden concrete voorbeelden gegeven van publiek-private samenwerkingen die nuttige en positieve toepassingen opleveren voor onze samenleving. Denk aan het aansporen van mensen om hun elektrische auto na het opladen opnieuw elders te parkeren, het meenemen van vervoersarmoede in bereikbaarheidsanalyses en het voorrang geven aan vrachtwagens bij het verkeerslicht.
Slimmer parkeren en opladen van elektrische auto’s
Odilia Knap (ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) introduceerde het thema door aan te geven dat smart mobility niet alleen gaat over technologie, maar ook over menselijk gedrag en dat het immense maatschappelijke voordelen teweeg kan brengen. Als eerste gaf ze het woord aan Iris Ruysch (gemeente Rotterdam) en Marc Bras (BMW Charge & Repark). Door de komst van steeds meer elektrische auto’s wordt de vraag naar laadpalen alsmaar groter. Parkeerplaatsen worden voorzien van laadpalen om in deze behoefte te voorzien, maar ze worden niet optimaal benut. Auto’s blijven vaak een laadpaal bezetten terwijl de accu al vol is. De oplaadplaats wordt niet alleen gebruikt voor opladen, maar wordt ook gebruikt als parkeerplaats. BMW en de gemeente Rotterdam zijn nu aan het kijken hoe ze automobilisten op een positieve manier kunnen stimuleren om hun auto van de oplaadparkeerplaats weg te halen, zodra de accu vol is.
Vervoersarmoede en bereikbaarheidsanalyses
Vervolgens was het woord aan Lamar van Frederikslust (Goudappel). Goudappel werkt samen met de provincie Zuid-Holland om te kijken hoe vervoersarmoede meegenomen kan worden in bereikbaarheidsanalyses. Hoe kan de ontwikkeling van nieuwe mobiliteit bijdragen aan gelijke kansen voor iedereen? Door maatschappelijke data te combineren met bereikbaarheidsanalyses, kan Goudappel op microniveau socio-economische verschillen in kaart brengen en effectiever bestuderen hoe toegankelijk mobiliteit is voor iedereen.
Prioriteit voor vrachtwagens bij verkeerslichten
Tot slot was het woord aan Herman van der Vliet (Dynniq) en Harald Pijlman (Webfleet Solutions). Hun case bouwt voort op het Talking Traffic programma, wat verkeerslichten voorbereidt op de opschaling van verbonden voertuigen. Dit brengt nieuwe mogelijkheden met zich mee, waaronder prioriteit voor vrachtwagens bij verkeerslichten. Als vrachtwagens minder stoppen, brengt dat verschillende maatschappelijke voordelen met zich mee, namelijk een hogere verkeersveiligheid, betere leefbaarheid en minder brandstofverbruik. Dynniq en Webfleet Solutions kijken nu hoe deze systemen geïntegreerd kunnen worden in bestaande voertuigsystemen.
Vragen vanuit het publiek
Na de presentatie van de drie cases was er ruimte voor vragen vanuit moderator Odilia Knap en vanuit het publiek. Zo was een vraag aan de gemeente Rotterdam en BMW hoe de pilot om elektrische opnieuw te parkeren bijdraagt aan de leefbaarheid van Rotterdam? Iris Ruysch gaf aan dat deze pilot op kleine schaal is opgezet, waardoor de effecten nog niet heel groot zijn. Naarmate meer parkeerplaatsen en meer serviceproviders aan het project worden toegevoegd, kan het effect heel groot gaan worden. De efficiëntie in het gebruik van laadpalen wordt verhoogd, waardoor er meer bewoners gebruik kunnen gaan maken van de bestaande openbare oplaadpunten.
Een vraag aan Goudappel aangaande het opnemen van vervoersarmoede in bereikbaarheidsanalyses was wie er nu het meeste voordeel krijgt van smart mobility- oplossingen. Lamar van Frederikslust antwoordde dat het fijn zou zijn als iedereen de toegevoegde waarde van nieuwe mobiliteit gaat zien. Het verbeteren van reistijd heeft namelijk geen zin als sommige individuen barrières ervaren om bij het vervoersysteem te komen. Eerst moeten drempels weggenomen worden om vervolgens verbeteringen succesvol te laten worden.
Vanuit het publiek was er ook veel interesse voor de case van Dynniq en Webfleet binnen Talking Traffic. De vraag werd gesteld hoe andere weggebruikers dan vrachtverkeer hiervan zouden kunnen profiteren. Herman van der Vliet antwoordde dat juist door precies te weten waar vrachtwagens zich bevinden en verkeerslichten goed daarop af te stemmen, het hele verkeerssysteem een betere doorstroming kan krijgen. Ook kwam de vraag hoe deze prioriteit bij verkeerslichten zou werken tijdens een file. Van der Vliet antwoordde hierop dat dit weliswaar een randgeval is en misschien minder goed kan werken, maar dat zelfs in dat soort situaties het beter kan zijn om vrachtwagens prioriteit te geven. Vrachtwagens versnellen en vertragen langzamer, wat juist voor meer file kan zorgen. Als je hen dus voorrang geeft, dan zal het hele verkeerssysteem daarvan profiteren.