Connekt verzorgt samen met TKI Dinalog het programma Bouwlogistiek en Mobiele Werktuigen.
Het programma heeft als doel om de bouwlogistiek te verduurzamen en schoner te maken, onder meer door stikstof- en CO2 -reductie te realiseren.

Dit programma is onderdeel van het Kennis- en Innovatieprogramma Emissieloos Bouwen dat deel uitmaakt van de overkoepelende routekaart Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB). 

Het verduurzamen van bouwlogistiek en mobiele werktuigen behelst vele aspecten zoals het optimaliseren van ketens, het gebruik maken van hubs maar ook het digitaliseren van processen en natuurlijk het elektrificeren van het materieel. Dat elektrificatie een ‘hot’ item is bleek onder meer uit de uitputting van de subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel binnen één dag.  

Emissieloos in 2030

De ambitie is dat al het bouwmaterieel 100% emissieloos is in 2030, elektrificatie is één van de oplossingen om deze ambitie te behalen. De inzet van geëlektrificeerde mobiele werktuigen, maar ook de toepassing van andere innovaties op de bouwplaats in het kader van de energietransitie, hebben impact op het elektriciteitsnet. Momenteel worden er maandelijks 1.100 aanvragen voor bouwaansluitingen gedaan, met de elektrificatie van mobiele werktuigen neemt de vermogensvraag bij bouwaansluitingen toe. Dit heeft invloed op netbeheerders, aannemers en andere belanghebbenden.  

Outlook door Connekt

Om hierop in te spelen is Movares door Connekt gevraagd om een Outlook op te stellen over hoe groot de extra elektriciteitsvraag van mobiele werktuigen op de bouwplaats zal zijn in 2030 en welke ontwikkelingen hier invloed op hebben.  

De Outlook laat zien dat het massaal inzetten van elektrische mobiele werktuigen in de toekomst ervoor zorgt dat netbeheerders te maken krijgen met vele aanvragen voor grotere middenspanningsaansluitingen in plaats van de gangbare bouwaansluitingen. Dit heeft grote gevolgen voor het elektriciteitsnet, waarop de beschikbare netcapaciteit al steeds schaarser wordt. Wachttijden voor het aanvragen van een aansluiting kunnen nog verder gaan oplopen, waardoor ook het risico op vertraging van bouwprojecten steeds groter wordt. Er zal in toenemende mate moeten worden gewerkt met andere oplossingen, zoals mobiele batterij containers, zonnepanelen, windenergie, Vehicle to Load (V2L) en waterstof om het net te ontlasten en om projecten op tijd van de benodigde elektriciteitsvraag te voorzien.  

Door de handen ineen te slaan en proactief te handelen zou het proces slimmer kunnen worden ingericht. Waar nu de opdrachtnemer verantwoordelijk is voor het realiseren van de aansluiting, wat doorgaans gebeurt op het moment van het verkrijgen van de vergunning, is het advies te onderzoeken in hoeverre het centraliseren en eerder aanvragen van energieaansluitpunten door de opdrachtgever tot de mogelijkheden behoort. Een goede samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer is hierin essentieel. Zonder samenwerking op dit vlak bestaat het risico dat door structurele netcongestie veel bouwprojecten vertraging op lopen of de duurzaamheidsambities in de bouw niet worden gehaald.