Sinds deze zomer mag Connekt Voi tot haar ledennetwerk rekenen. Het van oorsprong Zweedse bedrijf is in verschillende Europese landen actief. Nederland hoort daar nog niet bij. We gingen in gesprek met Leon Wienk, City Operations Specialist bij Voi in Duitsland.

 1. Kun je kort vertellen wat Voi doet?
“Voi is een aanbieder van elektrische deelsteps. We brengen micromobiliteit, shared fleet economy naar de steden, met als doel de CO2-uitstoot te verminderen en mensen meer bewegingsvrijheid te geven. De elektrische step heeft als functie om het last mile principe uit te voeren. Met de step ben je niet meer afhankelijk van OV-hubs, zoals bushaltes of stations, maar kun je van deur tot deur reizen.”

2. Wat moet er op dit moment volgens jou gebeuren in de wereld van micromobiliteit?
“Het zou erg helpen dat alle betrokkenen stakeholders micromobiliteit in al z’n vormen nog meer gaan omarmen en zichzelf openstellen om praktijkervaring op te doen. Momenteel worden verschillende vormen van micromobiliteit nog tegengewerkt, wat de vooruitgang in onze branche vertraagt. Micromobilieit heeft echter de toekomst en kan lokale overheden ontlasten met betrekking tot het openbaar vervoer, zeker in deze tijd.”

3. Jullie zijn nog niet actief in Nederland, waarom dan toch lid van Connekt?
“We hebben dit voorjaar deelgenomen aan de Hackathon Micromobiliteit die Connekt organiseerde in opdracht van ministerie van I&W. Daar hebben we goede contacten aan overgehouden. We weten nu waar en bij wie we moeten zijn om vooruitgang te kunnen boeken. Connekt is daar een katalysator in geweest. Met ons Connektlidmaatschap hopen we meer goede contacten op te kunnen doen die ons verder kunnen helpen. Daar zit voor ons de meeste toegevoegde waarde in.”

 4. Wat kunnen de andere Connektleden van jullie verwachten?
“Heel veel en heel weinig. Volgens mij zijn we nu het enige lid dat in deze specifieke branche van elektrische steps actief is. Dat betekent dat wij hele specifieke kennis hebben, dat wij ervaringen hebben die andere leden niet hebben. Maar dat betekent tegelijkertijd ook dat wij dingen kunnen bieden, waarvan andere nog niet weten dat ze het kunnen gebruiken.

We komen graag in contact met de andere leden. Bijvoorbeeld als er partijen zijn die nu al mogelijkheden zien voor een strategische samenwerking. We gaan er komen in Nederland, maar het is aan de regering hoe snel.”