Wordt ‘mobiliteitshub‘ het woord van het jaar 2020? Dat zou zomaar kunnen, want we horen de term steeds vaker. Wat zijn mobiliteitshubs nu precies, welke kansen bieden zij en welke initiatieven ontplooit het Connektnetwerk op dit gebied? Tijdens de Connekt Talk op 28 januari 2020 belichtten 5 deskundigen het begrip mobiliteitshub vanuit verschillende invalshoeken. Zij werden ingeleid door Tom van Dam van Connekt.

Verschillende situaties vragen om verschillende typen mobiliteitshubs
Onder het motto ‘Mobiliteitshubs, voorbij de holle hippe hype fase: een typologie’ ging Nick Juffermans, Goudappel Coffeng, in op de verschillende typen hubs. De term mobiliteitshub wordt te pas en te onpas gebruikt. Mobiliteitshubs kunnen sterk verschillen omdat deze vanuit uiteenlopende drivers worden opgezet. De inrichting hangt ook samen met de geografische plaats in de stad: in de binnenstad, in een gebied met gemengde functies binnen een straal van 15 wandelminuten vanuit de binnenstad of aan de stadsrand op 15 fietsminuten vanuit het centrum. De grens tussen de twee laatstgenoemde gebieden is zeer geschikt voor een hub. Mobiliteitshubs kunnen worden verrijkt met tal van voorzieningen. De invulling hiervan wordt mede bepaald door locatie en gebruikersbehoefte.

Juffermans raadt aan bij de ontwikkeling van mobiliteitshubs te kijken naar het integrale mobiliteitsconcept. Het gaat om het faciliteren van de mobiliteitsbehoefte en het waarborgen van de toegankelijkheid van een gebied, dat gaat dus verder dan het oplossen van parkeerproblemen. ‘Mobiliteitshubs zijn niet de oplossing voor alle mobiliteitsproblemen. Om het concept te laten werken, is een integrale aanpak vereist. Dat biedt ons wel een nieuwe kijk op mobiliteit in relatie tot wonen en werken.’

Pionieren in de Merwedekanaalzone in Utrecht: multimodale deelhubs
Sebastiaan van der Hijden, Gemeente Utrecht , is betrokken bij de ontwikkeling van de Merwedekanaalzone in de Domstad. Het motto van de gemeente Utrecht is ‘Gezond leven in een gezonde stad’. Dat betekent dat de auto binnen de ring niet meer thuis hoort. Autobezit maakt daar plaats voor gedeeld autogebruik, ov, fietsen en wandelen. Op diverse plaatsen ontwikkelt Utrecht verschillende typen hubs:

  • Grote parkeerplaatsen aan de ring, ‘de poorten van de stad’;
  • Buurthubs met deelmobiliteit waarvan bewoners door inleveren van de parkeervergunning gebruik kunnen maken;
  • Hubs in gebiedsontwikkeling zoals Merwedekanaalzone.

De Merwedekanaalzone wordt dicht bebouwd met 6.000 woningen. Het wordt een nagenoeg autovrij gebied. Bewoners die alsnog particuliere auto’s bezitten, kunnen deze op afstand parkeren bijvoorbeeld in de XL parkeerplaatsen aan de ring of in Westraven. Deelmobiliteit met een hoge servicegraad wordt als aantrekkelijk alternatief voor de eigen auto aangeboden. Dit gebeurt dicht bij de bewoners, via een app maar ook via een mobiliteitswinkel. Van der Hijden kenschetst deze vorm van mobiliteitshub als ‘een opstap naar MaaS’. Een nog op te richten mobiliteitsbedrijf gaat, in samenspraak met de bewoners en gebruikers van het gebied, het mobiliteitsaanbod in de Merwedekanaalzone beheren. Hiervoor is een tender uitgeschreven.

Betekent deze revolutionaire invulling van mobiliteit het einde van de lease auto en een sprong vooruit voor het mobiliteitsbudget ‘van de zaak’? Dat is goed denkbaar.

Connekt Talk: Mobiliteitshubs
Sebastiaan van der Hijden pioniert in de Merwedekanaalzone

Integrale benadering samen met vastgoedpartijen
In veel steden in binnen- en buitenland worden momenteel mobiliteitshubs gebouwd. Soms is de overheid in the lead, soms is dat de marktsector. Marcel Michon, Buck Consultants International, pleit bij de bouw van mobiliteitshubs voor een integrale benadering in samenwerking met vastgoedaanbieders. Sommige hub-oplossingen vereisen nieuwbouw, andere kunnen gebruik maken van bestaand vastgoed of zijn zelfs mobiel. Buck brengt voor diverse gemeenten in ons land in kaart hoeveel m2 een hub in een bepaalde gebied nodig heeft en welke voorzieningen vereist zijn. Daarbij wordt rekening gehouden met toekomstige ontwikkelingen in techniek (bijvoorbeeld zelfrijdende voertuigen), regelgeving en gedrag van consumenten en bedrijven/retailers.

Net als bij de twee vorige onderwerpen ontspon zich een geanimeerde discussie vanuit de volle zaal. Zo vroeg men zich af of er mobiliteitshubs denkbaar zijn waarbij personen- en goederenvervoer samen komen. Michon ziet  zeker een mogelijkheid voor deze combinaties bijvoorbeeld op een P&R-voorziening.

Participatieve democratie
De gemeente Amsterdam is samen met een aantal Europese steden en kennisinstellingen onderdeel van een Europees project eHUBS. Diederik Basta ontvouwde het proces van Amsterdam om de eindgebruikers van lokale buurthubs te betrekken bij de invulling van alternatief vervoer in hun straat. Amsterdam geeft de buurtbewoners keuzevrijheid voor onder andere het type voertuigen en locatie van de hub. De toekomst moet nog uitwijzen of deze bottum-up benadering van Amsterdam het mobiliteitsgedrag van de eindgebruiker kan beïnvloeden.

Connekt Talk: Mobiliteitshubs 1

Ruimtevragers
In stedelijke gebieden is ruimte een schaars goed en met de toenemende urbanisatie moet er slim worden omgegaan met de beschikbare ruimte. Mobiliteit is een belangrijke ruimtevrager in het huidige straatbeeld. Een andere benadering van mobiliteit kan bijdragen aan meer ruimte. Deelgebruik is daarbij de sleutel. De ontstane ruimte kan worden benut door het combineren van maatschappelijke en ecologische functies in de vorm van vergroening en publieke leefruimte zoals (speel)pleinen.

Met het aanbieden van deelmobiliteit in hubs ontstaat ruimte in de wijk. Het clusteren van verschillende modaliteiten voor deelgebruik wordt door &Morgen gezien als deel van het geheel. Willem Snel koppelt in zijn visie op hubs ook het elektriciteitsnet voor slimme capaciteitsverdeling in combinatie met sociale voorzieningen om te komen tot een integraal ‘hart van de buurt’.

Het onderwerp mobiliteitshubs leeft duidelijk binnen het Connektnetwerk. De groei van mobiliteitshubs biedt veel mogelijkheden en kent, door de vele verschillende stakeholders ook tal van verschillende aspecten.  Het fenomeen mobiliteitshubs krijgt daarmee een complexiteit die vraagt om een integrale benadering.

De Connekt Talk werd afgesloten door Tom van Dam die sprekers en zaal bedankte voor de interactie. Zijn oproep om tijdens de netwerkborrel verder van gedachten te wisselen over het onderwerp mobiliteitshubs, vond veel weerklank. Dit onderwerp leeft duidelijk onder onze leden, een signaal voor Connekt om nog actiever hierop in te spelen.